Voorbeelden van het gebruik van Plunderen in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Jij en je robots plunderen de omliggende gebieden voor alles van waarde.
We drinken en plunderen En doen waar we zin in hebben.
en de plaats plunderen.
Anders komen wij haar halen en plunderen de kerk!
Mogelijk wordt dat een minderheid jullie wereld kan plunderen en beheersen.
We zullen niet teisteren of plunderen.
Ik wil dat jullie roven, plunderen en stelen.
Dan zal hij het huis plunderen.
We vermoorden hem en plunderen zijn schuilplaats.
Timoleon liet zijn huurlingen het Carthaagse grondgebied plunderen en keerde terug naar Syracuse.
We bestijgen de troon en plunderen het land.
Overspel, plunderen, de hele eeuwigheid lang?
Plunderen is geen goed idee.
Degenen die relikwieën plunderen zijn erger dan dieven!
Andere mensen plunderen de straten, beroven hardwerkende mensen.
Fout geld, plunderen maakt je rijk.
Verkrachten en plunderen.
Persoonlijk noem ik het plunderen.
Mr Walsh, plunderen is strafbaar.
Nieuw bewijs laat zien dat criminele groepen het Amazonewoud op schrikbarende schaal plunderen.