Voorbeelden van het gebruik van Sheriff in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
En bel sheriff Spanner. Oké.
vermits het vliegtuig van de sheriff hier staat.
Zorg dat sheriff Keller ons helpt.
Waar is je sheriff, Miller?
Sheriff, geef me uw ster!
Sheriff Odo.- lk heb u altijd al willen ontmoeten.
Dat is het paard van de sheriff, eikel.
Bedankt, sheriff. Voormalig sheriff.
Sheriff Bailey, u kent mij.
De sheriff is er over tien minuten.
Ik was sheriff en afgevaardigde in Montana.
Majoor, sheriff, gaan jullie mee?
Twin Peaks, bureau van de sheriff.
Hij praat binnen met Sheriff Romero.
Sheriff, Frank, wat is het plan?
Goed, sheriff.
Het gebeurt niet elke dag dat een prins je vraag sheriff te zijn.
U weet dat de sheriff voor Baxter werkt.
M'n vader ook. We waren tegelijkertijd sheriff.
Ik geloof, dat ze je net beledigde, Sheriff.