SJAAL - vertaling in Duits

Schal
sjaal
shawl
omslagdoek
muf
verschaald
hoofddoek
stola
halsdoek
Tuch
doek
sjaal
handdoek
stof
zakdoek
tissue
omslagdoek
laken
shawl
lap
Halstuch
sjaal
bandana
halsdoek
zakdoek
choker
Schultertuch
sjaal
omslagdoek
Kopftuch
hoofddoek
sjaal
bandana
sluier
gelukshoofdband
Stola
sjaal
Schals
sjaal
shawl
omslagdoek
muf
verschaald
hoofddoek
stola
halsdoek

Voorbeelden van het gebruik van Sjaal in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Ecclesiastic category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Computer category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Gele sjaal, blauwe jas.
Gelbes halstuch, blaue jacke.
Gelukkig meisje met de sjaal.
Glückliches Mädchen mit dem Kopftuch.
En onze dochter waste de sjaal.
Und unsere Tochter wusch den Schal.
Neen.-Mijn God, je sjaal!
Oh, Ihr Schultertuch. Nein!
Breng me m'n sjaal.
Bring mir meine Stola.
Maar mevrouw Thorn schreeuwde over de sjaal… niet… niet over een aanvaller.
Aber Mrs. Thorn hat wegen des Schals geschrieen, nicht weil sie jemand angegriffen hat.
Ik kan m'n sjaal verdomme zelf wel ophangen. Mrs Lift, niet.
Mrs. Lift! Kann mein verdammtes Tuch selbst aufhängen! Nein.
Ik heb een sjaal voor je meegenomen.
Ich hab ein Halstuch für dich.
Rebecca leende me deze sjaal.
Rebecca hat mir diesen Schal geliehen.
Geef hier. Heb je een T-shirt of een sjaal?
Bring es her. Hast du ein T-Shirt oder ein Kopftuch?
Breng me mijn sjaal.
Bring mir meine Stola.
Ik pak m'n sjaal.
Ich hole nur mein Schultertuch.
Sprekend over die sjaal, waar komt die vandaan?
Apropos Halstuch, wo kam das her?
Voor een sjaal?
Zugunsten eines Schals.
En hier is uw sjaal.
Und hier ist Ihr Schal.
Ze wilde alleen de sjaal laten zien.
Sie wollte nur das Tuch zeigen.
Deze sjaal zat in haar schoen.
Es steckte in ihrem Schuh.- Dieses Halstuch.
Je kwam nergens in de buurt van die sjaal nadat Harry Harper's lichaam werd gevonden.
Sie waren nicht mal in der Nähe des Schals, nachdem Harper gefunden wurde.
Het is zijn sjaal, Julien.
Es ist sein Schal, Julien.
hing je de sjaal op de kapstok.
ließen Sie das Tuch am Kleiderständer hängen.
Uitslagen: 1290, Tijd: 0.0613

Top woordenboek queries

Nederlands - Duits