Voorbeelden van het gebruik van Thea in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
We moeten Billie en Thea redden.
Ik ben Thea.
Nee, Ik-- Thea.
En een dochter, Thea Thomas.
Ik doe het voor Thea.
Thea wat is er?
Wat is er? thea.
Wat is er met Thea in Nanda Parbat gebeurd? Wat is er aan de hand?
En over Thea. Over hem, het bedrijf.
Blijf uit de buurt van Thea. Wat moeten vragen?
Ik wil even langs Thea. Ze is niet bij je thuis.
Ja, Thea maakte een fout.
Jij gaat alles opzoeken over Thea, bank- en telefoongegevens, IT.
Je gevoelens voor Thea en Naomi blijven maar veranderen.
Blijf bij Thea uit de buurt. Wat dan?
Thea niet. Waarom heb je zeven maanden geleden dan niks gezegd over Thea? .
Kinderen, Thea, hebben jullie dorst?
Waar is Thea gebleven?
Dat zal Thea fijn vinden.
En Thea lijkt op geen van haar ouders.