Voorbeelden van het gebruik van Ton in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
De ton is leeg.
Hij bestelt vijf ton TNT.
Bijna een ton, man. Hoeveel is het?
GPS aan de onderkant van de ton.
Doorzoek elke kelder van elke herberg in Londinium en neem elke ton in beslag!
Mon ton appelle ton peuple' Mijn klank roept uw mensen.
Ton Amerikaanse makelij.
Een lichaam per ton.
Ik voel me zes ton lichter.
De ton is leeg.
Een GPS op de onderkant van de ton.
Ton Kuijpers, op deze camping in juli 2018 8,8.
En ik stuur die ton naar Mandalay.
Ik heb 16 ton coltan.
Verdomde muizen. Ze ruïneren drie ton kaas!
Hoeveel is een ton goud waard?
Directeur Ton wil je spreken.
En een ton.
Papier en karton met een productiecapaciteit van meer dan 200 ton per dag.
Het Guillotine-bestand en 15 ton goud.