TRAKTEER - vertaling in Duits

kauf
kopen
aankoop
aanschaffen
te koop
aan te schaffen
bestellen
zahle
betalen
boeten
aantal
getal
nummer
geven
cijfer
spendiere
aanbieden
trakteren
kopen
betalen
geven
van me
geht
gaan
weg
vertrekken
lopen
weggaan
zijn
nemen
meegaan
wandelen
lade
winkel
zaak
tent
nodigen
plek
download
uploaden
boel
supermarkt
lading
gibst
geven
zijn
er
hebben
krijgen
bestaan
bieden
voer
typt
kaufe
kopen
aankoop
aanschaffen
te koop
aan te schaffen
bestellen
spendier
aanbieden
trakteren
kopen
betalen
geven
van me
gehen
gaan
weg
vertrekken
lopen
weggaan
zijn
nemen
meegaan
wandelen
spendierst
aanbieden
trakteren
kopen
betalen
geven
van me
zahlst
betalen
boeten
aantal
getal
nummer
geven
cijfer
gib
geven
zijn
er
hebben
krijgen
bestaan
bieden
voer
typt
gebe
geven
zijn
er
hebben
krijgen
bestaan
bieden
voer
typt
spendieren
aanbieden
trakteren
kopen
betalen
geven
van me
laden
winkel
zaak
tent
nodigen
plek
download
uploaden
boel
supermarkt
lading

Voorbeelden van het gebruik van Trakteer in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Ecclesiastic category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Computer category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Ik trakteer je op een kopje, als je wilt.
Wenn du willst. Ich lade dich auf eine Tasse ein.
Ik trakteer op de koffie.
Der Kaffee geht auf mich.
Ik trakteer op een etentje.
Ich zahle das Essen.
Ik trakteer je op een drankje.
Ich spendier dir einen Drink.
Ik trakteer je op lekker eten.
Ich kaufe dir gutes Essen.
Trakteer je me?
Gibst du mir einen aus?
Ik trakteer m'n mannen op Abu Aziz z'n beroemde kookkunst.
Ich spendiere meinen Männern ein paar von Abu Azizs Spezialitäten.
Ik trakteer op erts.
Das Erz geht auf mich.
Ik trakteer je op 'n meter bier.
Ich kauf' dir'n Drink.
Ik trakteer je op een ontbijt.
Ich lade dich zum Frühstück ein.
De bacon snackkar staat beneden en ik trakteer.
Draußen ist ein Schinken-Imbiß, ich zahle.
Ik trakteer op schoenen.
Die Schuhe gehen auf mich.
Ik trakteer je op een biertje.
Ich spendier' dir ein Bier.
Ik trakteer je op fris met een buigrietje erin.
Ich kaufe dir ein Root-Beer. Mit Knickstrohhalm.
Trakteer je me op een drankje?
Gibst du mir einen aus?
En daarna trakteer ik op een lekkere steak.
Und dann spendiere ich dir ein Steak.
Oké, dan trakteer ik vanavond wel.
Na gut. Dann geht heute Abend alles auf mich.
Nee.-Ik trakteer je op een lunch.
Ich lade Sie ein.- Nein.
Ik trakteer je op 'n nieuwe Rob Roy?
Ich kauf dir noch einen Rob Roy, Und?
Ik trakteer.
Ich zahle.
Uitslagen: 355, Tijd: 0.0639

Trakteer in verschillende talen

Top woordenboek queries

Nederlands - Duits