Voorbeelden van het gebruik van Went in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Je went snel aan je verminderde longinhoud.
Je went er aan.
Je went aan iets, en dan.
Je went eraan.
Maar je went eraan, alsof het maar een sport is.
Je went eraan.
Waarom? Ze zeggen dat je sneller went als je nu niet naar huis gaat?
Je went eraan.
Het went wel. Hier zullen jullie voorlopig wonen.
Je went eraan.
Ik dacht eenzaamheid went, maar dat is niet waar.
Je went eraan. Haar branden.
Je went eraan.
Je went eraan.
Dat went nooit. Nee.
Je went eraan.
Je went wel aan me.
Jij went nog aan de medicijnen.
Je went wel aan het delegeren.
Als je maar niet teveel aan me went.