Voorbeelden van het gebruik van Went in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Het went, en uiteindelijk is een leven zonder lang zo leuk niet.
Maar het went nooit om de nieuwe te zijn.
Langzaam went ik aan de bittere smaak van koffie.
Je went aan het bed.
Die naam die went wel, heb je een goed persoonsbewijs?
Dat went.
Dat geluid went nooit.
Als je aan die macht went.
Dat went.
Dit is niet iets wat went.
Bijna alles went wel.
Alles went.
Als je lang zonder bent, went het.
Ook dat went.
De pijn went.
Ik wil dat je went aan de terugslag.
Hij is ongeduldig, maar hij went wel aan het wachten.
Lk ook niet… maar op den duur went het.
Schimmel went.
Dat went.