Voorbeelden van het gebruik van Wond in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
De wond lijkt ontstoken
De wond was niet diep.
Hij had een wond aan z'n hand, van een geest, zei hij.
Met een invalshoek van 90 graden. Een tweede wond van 12 centimeter lang.
Mijn moeder. Haar wond ziet er heel slecht uit.
Hij heeft geen wond in z'n nek.
De patholoog-anatoom zei dat de wond in de nek oppervlakkig was.
De wond had een nieuwe wereld voor me geopend.
Oké, de wond ziet er goed uit.
Een wond aan zijn been is gaan ontsteken.
De wond is nog niet genezen.
De wond is niet meer te zien.
De wond sluit niet.
Wond maakt verdediging onmogelijk. Zoals ik vreesde.
Ik haal wel iets voor die wond.
Laat me eerst naar je wond kijken.
Ik heb een wond bij die man opengescheurd.
Het is een toverplant die elke wond kan genezen.
Nee, je wond moet helen.
Ik moet zijn wond dichtschroeien.