ZIJN VRIEND - vertaling in Duits

sein Freund
zijn vriend
zijn maat
z'n maatje
zijn vriendin
sein Kumpel
zijn vriend
zijn maat
z'n makker
z'n hulpje
zijn partner
zijn sidekick
sein Klassenkamerad
zijn klasgenoot
zijn vriend
seinem Freund
zijn vriend
zijn maat
z'n maatje
zijn vriendin
seinen Freund
zijn vriend
zijn maat
z'n maatje
zijn vriendin
seine Freunde
zijn vriend
zijn maat
z'n maatje
zijn vriendin
seinen Kumpel
zijn vriend
zijn maat
z'n makker
z'n hulpje
zijn partner
zijn sidekick
seinem Kumpel
zijn vriend
zijn maat
z'n makker
z'n hulpje
zijn partner
zijn sidekick

Voorbeelden van het gebruik van Zijn vriend in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Ecclesiastic category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Computer category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Of misschien loog zijn vriend tegen hem over een romantische zaak.
Oder seine Freunde haben ihn wegen einem romantischen Kommando belogen.
Hij liet zijn vriend op de klif doodgaan.
Er hat seinen Freund an den Felsen sterben lassen.
Benjamin is hier, met zijn vriend Derek.- Ja, moeder.
Benjamin ist mit seinem Freund Derek hier.- Ja, Mutter.
Je zei dat zijn vriend dood is..
Sie sagten, sein Kumpel ist tot.
Ik ben zijn vriend, en.
Ich bin sein Freund und.
Nouwen ging helpen met de verzorging van hem en werd zijn vriend.
Shen Te rettet ihn aber und wird seine Freundin.
Samen met zijn vriend Dominique heeft Pasmans een appartement gekocht.
Er teilt sich mit seinem Kumpel Eugene Fullstack eine Wohnung.
Een man die zijn vriend de rug toekeert.
Wer seinen Kumpel im Stich lässt.
Dus hij en zijn vriend voetballen, Oké. Hey.
Sie haben Fußball gespielt, er und seine Freunde.- Hey.- Ok.
Dat agressieve gedrocht en zijn vriend met het houten oog.
Mit dem Holzauge auch. Diesen Hormonkoloss und seinen Freund.
We zijn bij zijn vriend, Bobby Pilon.
Wir sind bei seinem Freund, Spitzname: Bobby Pilon.
Zijn vriend Heco zit verderop, op nummer 113.
Sein Kumpel Heco wohnt auf 113.
Hij en zijn vriend Joe plannen een tuinbruiloft.
Er und sein Freund Joe planen eine Gartenhochzeit.
Ja en zijn vriend.
Ja und seine Freundin.
Ken je zijn vriend? Mooi.
Du kennst seinen Kumpel, den Priester? Toll.
Hij heeft zijn vriend terug.
Er hat seinen Freund wieder.
Art redde zijn vriend het leven.
Art hat seinem Kumpel das Leben gerettet.
Wie denkt er aan zijn vriend?
Und wer denkt an seine Freunde?
Hij wilde alleen zijn vriend helpen.
Er wollte nur seinem Freund helfen.
Zijn vriend is er bij.
Sein Kumpel ist mit dabei.
Uitslagen: 968, Tijd: 0.0652

Woord voor woord vertaling

Top woordenboek queries

Nederlands - Duits