Voorbeelden van het gebruik van Afknapper in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Ik denk dat ik afknapper moet zijn.
trouwens… het is een afknapper.
Geur kan een afknapper zijn.
Is dat een afknapper? Nee.
Normaal aan afknapper, maar ik wil m'n tolerantie verhogen.
Dat is een afknapper.
Ik was niet naar binnen gegaan. Een afknapper.
Ik vertoon de kleinste zwakte en het is een afknapper.
Is dat een afknapper?
Kortom goed- maar check-in was een afknapper.
Nee, de echte afknapper is eigenlijk de 40-jarige eeuwige vrijgezel.
Wat een afknapper.
Sorry dat ik vandaag zo'n afknapper ben.
wanhopig overkomen is een afknapper.
Dat is geen afknapper.
Is dat een afknapper?
Sommige mensen vinden het… ongemakkelijk, een afknapper.
Jezus. Oh, ik wil geen afknapper zijn.
niet gillenl-- grote afknapper voor jongens.
Dat is voor mij een afknapper.