BUMMER - vertaling in Nederlands

jammer
too bad
pity
shame
sorry
unfortunate
sad
regrettable
regret
sadly
bummer
balen
bales
bummer
hate
be pissed
bummers
bummer
afknapper
turnoff
deal-breaker
letdown
turn-off
bummer
off-putting
spelbreker
spoilsport
killjoy
party pooper
buzzkill
bummer
dealbreaker
party poop
spoil-sport
tegenvaller
setback
disappointment
bummer
disappointing
hiccup
domper
damper
downer
bummer
buzzkill
pall
dampener
put a dampener
put a crimp
een klaploper
a deadbeat
bum
a freeloader
a schnorrer
spelbreekster

Voorbeelden van het gebruik van Bummer in het Engels en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Ecclesiastic category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Computer category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Bummer for me.
Jammer voor mij.
What a bummer.
Wat een spelbreker.
awesome day has become, like, a real bummer.
een geweldige dag is geëindigd als een echte tegenvaller.
Man, what a bummer.
Wat een afknapper.
You really are a bummer.
Je bent echt een klaploper.
It would be a bummer.
Dat zou balen zijn.
Was it a bummer that she was with someone else when we met?
Was het een domper dat ze met iemand was toen we elkaar ontmoette?
Bummer.- Who's Vlad and…- Dmitri--Otis's brothers.
Bummer. Wie zijn Vlad en…-Dmitri… Otis zijn broers.
What a bummer for Bobby.
Wat jammer voor Bobby.
Ok, but no doubling on the slides was a bummer.
Ok, maar geen verdubbeling op de glijbaan was een spelbreker.
That's a bummer.
Dat is een tegenvaller.
You are wet blanket, bummer, buzz kill, bit-cah?
Jij bent een natte deken, spelbreekster, sfeerdoder, krenk?
Yeah, it's… it's a bummer.
Ja het is een afknapper.
I'm sorry we invaded you. Oh, bummer.
Sorry dat we jullie binnenvielen. Balen.
Bummer. If we arrested her it would be counterproductive.- Bummer?
Bummer? Bummer. Als we haar arresteren dat zou contraproductief zijn?
What a bummer, man.
Wat een domper, man.
Bummer, dude, I heard about your license.
Jammer, kerel, ik hoorde van je rijbewijs.
The real you is a bummer.
De echte jou is 'n tegenvaller.
Knock at door Do you experience me as a wet blanket? A bummer?
Ervaar jij mij als een natte deken, een spelbreekster?
Who finds Helen to be a bummer?
Wie vindt dat Helen een spelbreker is?
Uitslagen: 514, Tijd: 0.0566

Top woordenboek queries

Engels - Nederlands