Voorbeelden van het gebruik van Jammer in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Jammer dat ze 't nodig vond dat te zeggen.
Jammer dat het vliegtuig niet groter is.
Maar het is jammer dat je me al hebt begraven.
Jammer, ik ben haar moeder.
Het is jammer, nietwaar? Ik weet het?
Jammer, ik had een verrassing voor je.
Jammer dat ik nooit met u gevlogen heb.
Dat is jammer, meneer.
Gefeliciteerd Jammer, dat pevangel en Flash!
Jammer, maar dat is de democratie.
Jammer, echt!
Jammer, ik hoopte dat je het zou vergeten.
Het is jammer dat haar Engels niet beter was.
Jammer dat het Charlie niet was.
Wat jammer voor Troy en Abed.
Maandag was jammer, dinsdag was een andere dag.
We werden hartelijk begroet en alleen jammer dat we niet meer konden blijven!
Het is jammer, maar we hebben geen andere keus.
Jammer, niet schieten.
Jammer dat u het niet lekker vindt.