Voorbeelden van het gebruik van Architect in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Nee, ik ben architect.
grootvader waren architect.
Maar ik ben architect.
regisseur, architect.
Adam Schaeffer, m'n architect.
Zoals elke architect.
Starring Roy Thinnes als architect David Vincent.
Haar ouders zijn allebei architect.
Walter, 42, architect.
Ja, we moeten alleen nog even bij de architect langs.
Ingenieur architect voor een stolos met architectonische bouwtekeningen.
Zijn broer Kees werd architect, zijn zus Jo interieurarchitecte.
Werkzaamheden: Systeem architect,-analist, en programmeur.
Dus je bent architect?- Oké.
Ze is architect, maar kan niet werken.
Adam, mijn architect.- Nee. Wie?
Adam, mijn architect.- Nee. Wie?
Mijn broer werd architect en ik ben een ontwerper geworden.
Ik wist altijd al dat ik architect wilde worden.
Ik zeg altijd dat ik architect wil worden.