Voorbeelden van het gebruik van De instructeur in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Maar de instructeur is over z'n voet gereden.
Dat is omdat de instructeur me haatte.
Ja, en de instructeur zei dat ik een natuurtalent was.
WOSD instructeur opleidingen zijn de basisopleidingen voor de instructeur.
Echte beginners kregen ondersteuning van de instructeur via een touw.
Geduld en uitleg van de instructeur.
Hij is de instructeur.
Alleen afdrukken van de instructeur.
Jij bent de instructeur.
Ook werd er een trainer versie geproduceerd met naast elkaar plaats voor de instructeur en de leerling.
lessen waren leuk en de instructeur, zeer goed.
Al onze collega's maar de instructeur.
Ze dachten dat ik de instructeur was.
Tenzij je goede vrienden bent met de instructeur.
Ik ben de instructeur.
Goed, jij bent de instructeur.
Ik ben de instructeur.
Toen ik aankwam op Quantico, vroeg de instructeur of ik m'n man kwam brengen.
Toen ik aankwam op Quantico, vroeg de instructeur of ik m'n man kwam brengen.