Voorbeelden van het gebruik van Gloeide in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Hij kwam op me af met een bijl die gloeide met een hels vuur.
Misschien gloeide de steen wel rood door haar kwaadaardige acties.
Haar gezicht gloeide en ze wist dat ze bloosde.
Het einde ervan gloeide met een kwade rode fosforescentie.
De meteoriet gloeide op toen ik in de buurt van de Ruiter was.
Hij gloeide Alsof hij opbrandde.
Ze gloeide op.
De serafijnendolk gloeide toen ze hem aanraakte.
Hij gloeide in de kou.
Ik gloeide van schaamte om de verachtelijke rol die ik speelde.
Ik bedoel, je gloeide na al die verrekte proeven.
Mijn totem gloeide en Elvis' gitaar ook.
Hun schakelbord gloeide gisteren als een kerstboom.
De profeet gloeide, ik niet.
Je gloeide en kreunde.
Je gloeide en kreunde.
Ze gloeide, dus, je weet wel, ze zweefde.
Ze gloeide, weet je, dus ze bleef zweven.
zijn lichaam gloeide; zijn benen trilden.
Erik blies op het houtje tot het gloeide en een klein vlammetje losliet.