Voorbeelden van het gebruik van Grootbrengen in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Maar andermans kinderen grootbrengen is niet goedkoop.
Waar zou jij zo'n kind grootbrengen?
Wil je schapen grootbrengen?
Maar ze wist dat iemand anders je beter kon grootbrengen.
verblijf hier voor het grootbrengen.
Nu moeten we onze kinderen alleen grootbrengen.
Zie je ons hier al een kind grootbrengen?
Jacob grootbrengen is niet gemakkelijk.
Je moest hem en Lilly bijna alleen grootbrengen.
Deze Joden hadden een systematisch programma voor het grootbrengen en opvoeden van hun kinderen.
Hoe moet ik nu mijn zoon beschermen en grootbrengen?
Ik besefte dat ik een zoon moest grootbrengen.
Jacob grootbrengen is niet gemakkelijk.
Ik probeerde er ook achter te komen hoe zo'n vrouw een Bud kon grootbrengen.
Het baren en grootbrengen van een kind wordt nog steeds als een noodzakelijk kwaad gezien.
Heer! Hoe moet ik nu mijn zoon beschermen en grootbrengen?
Jij was de jongen die ze moest grootbrengen.
Vijf kinderen grootbrengen deze plek uitbaten.
Het grootbrengen en opvoeden van kinderen vraagt gedurende een periode van het leven om tijd.
We kunnen het kind samen grootbrengen.