Voorbeelden van het gebruik van Hij geeft in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Ecclesiastic
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Hij geeft leven en laat sterven.
Hij geeft de manager drie nagels
Hij geeft aerobics.
Hij geeft en hij neemt.
Wat?- Hij geeft om je.
En hij geeft ons 100 frank.
Hij geeft aan dat het een opvallende situatie is.
Hij geeft je een speciaal gevoel.
Maar Hij geeft hun uitstel tot een vastgestelde termijn.
Hij geeft me zomaar z'n autosleutels.
Hij geeft op zijn vrije dag Engels aan weeskinderen.
Hij geeft leven en Hij laat sterven
Hij geeft aanzienlijke hulp bij de symptomen van Raynaud.
Denk je dat hij geeft om liefde?
Hij geeft je hormonen. Dr. Keene?
Hij geeft je allerlei informatie om je verder te helpen.
Hij geeft daarmee aan dat hij enkel interesse heeft in koop signalen.
Hij geeft het teken.
Hij geeft biologieles.
Hij geeft me een 5 ijzer.