Voorbeelden van het gebruik van Hij is in de war in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Hij is in de war en bang.
Zie je wel, hij is in de war.
Hij is in de war door Karen.
Hij is in de war.
Hij is in de war.
Hij is in de war, maar niet gestoord.
Maar hij is in de war door wat er gebeurt is daar, maar dat is normaal.
Hij is in de war.
Hij is in de war.
Hij is in de war, Tron.
Hij is in de war.
Hij is in de war. Nog niet.
Hij is in de war, Kaman.
Hij is in de war. Hij loopt steeds gebouwen binnen.
Godell was een vriend van hem. Hij is in de war.