Voorbeelden van het gebruik van Hip in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Best hip als je het mij vraagt.
Is die hip genoeg voor je? Bob Dylan?
Veel later werd het een hip en modieus product.
Het is weer hip.
Want vandaag, liefje heeft het lot beslist dat jij hip bent.
Het is tegenwoordig heel hip om matte of niet-glanzende nagels te hebben.
Hip is niks meer.
Ja, hip. Hoe moet ik je nu noemen?
Ze zijn hip of hop.
Ze zijn makkelijk te verbergen en redelijk hip.
Stijlvol, duurzaam en een hip mode-element.
Ja, die is hip.
Niet omdat ze hip is en in alle tijdschriften staat.
Tot mijn huiswerk… Zo hip. Van het toevoegen van hippe afbeeldingen.
Misschien te hip.
Volgens Menno zijn pioen eerder tijdloos dan hip.
de technologie is hip.
Hij is hip.
Het is niet hip.
Niet heel hip, maar het bedekt wel je wasbord.