Voorbeelden van het gebruik van Hit in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
De Nieuwe Ruitenvloeistof gaf een voorproefje van onze nieuwe hit.
Geen enkele van deze platen werd een hit.
Mega Tick' was een hit.
Reggae en rasta worden wereldwijd een hit.
We hebben een hit, Tom.
Dat elk hartzeer een liedje wordt… en elk liedje een hit.
Het is een dating app. Hit That?
Beide singles worden een wereldwijde hit.
Er was een hit en run.
Ik ben Hit Girl.
We zijn een hit.
Ik denk dat we een hit zijn.
Ik was een hit.
Ik sterf voor een hit.
Hit je tegenstander met de bal!
Let's hit de schakeloptie en laat onze schaduwen dans.
Hit me… met die vier van klaver.
Ruiz hit me up over die betaling.
Een Tazbeeks hit team?
Goed gevoel hit van het jaar.