Voorbeelden van het gebruik van Hoi in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Hoi, kapitein. Jij moet die mafketel zijn.
Hoi, Danielle. Ik ben Gordon.
Ja. Hoi, schatje.
Hoi, die nummerplaat staat op naam van ene Jessica Parker.
Hoi Bruce, hoe voel je jezelf?
Hoi, Randall, ik heb Kate.
Danielle. Hoi, Danielle, ik ben Gordon.
Hoi broertje vos.
Hoi, John.-Wat doe je hier?
Hoi, Sheriff Carter, in feite.
Hoi Bruce, hoe voel je jezelf?
Hoi, Audrey, ik ben Rosalind Walker.
Hoi, ik… ik ben Richard.
Hoi, kamergenoot. Michelle?
Hoi, blondje. Haar vriendin is hier.
Hoi, mam, Bud heeft je radio kapotgemaakt.
Hoi, ik ben Jezus. Carl.
Hoi, Eric. Na vandaag, ik.
Hoi, ranger!
Hoi, Sammy. Je liet mijn broer erin.