Voorbeelden van het gebruik van Hoi in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Hoi schatje. Hoe gaat het?
Hoi, papa. Ik heb iets voor je meegenomen.
Hoi, wij zijn de assistenten van de DJ.
Hoi, Kendra, ik ben Ewan, aangenaam.
Hoi, Sulo. Wacht hier, Muffy.
Marty. Pardon. Hoi, ik ben Marty.
Hoi, Homer. Moe,
Hoi, bedoel ik.- Hoezo?
Hoi, Mike.- Hoi, hoe gaat het, Frank?
Hoi, Paula Paul,
Jij was op de kermis. Hoi.
Hoi, Gibbs. Waarvoor wilde je me spreken?
Hoi, mam. U ziet er goed uit, dr. Lake.
Hoi, ik ben speciaal agent Todd.
Hoi, ik ben Louis Huang.
Hoi, Lenny.- Ik ben Carl.
Hoi, Barbara, hoe gaat het?
Hoi, jij daar op de tafel.
Hoi, Isaac, ik ben hier met je zoon, Casanova.
Het maakt me niks uit… Hoi, Edo.