Voorbeelden van het gebruik van Ik was in de buurt in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Ik was in de buurt en toen zag ik jou.
Ik was in de buurt toen het gebeurde.
Ik was in de buurt en vragen kan altijd.
Ik was In de buurt en dacht: Laat ik maar even binnenwippen.
Ja, nou, ik was in de buurt.
Ik was in de buurt en… besloot naar binnen te gaan.
Ik was in de buurt en besloot langs te komen.
Sorry, ik was in de buurt.
Ik was in de buurt, zo te zeggen.
Ik was in de buurt, m'n cliënt kan van geluk spreken.
Ik was in de buurt, daarom breng ik u uw ticket zelf.
Hoi, ik was in de buurt.
Nou, ik was in de buurt.
Oh, nou, ik was in de buurt.
Ik was in de buurt, dus ik dacht.
Hé, Lisbon? Ik was in de buurt.
Ik was in de buurt, dus… Ik heb bier meegebracht.
dus ik was in de buurt.
Ik was in de buurt, dus ik dacht.