Voorbeelden van het gebruik van Oma in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Ik ben zijn oma, Graham is mijn man.
Je oma, Fatma… werd een engel. Ova.
Je oma is hier geboren, Gloria.
Ik hielp m'n oma in de tuin.
Ja oma, ik ben geen 12.
Mijn moeder en mijn oma.
Groot spel met oma nylon plezier 5890.
Oma, dat is niet waar.
Ik dacht altijd dat oma gewoon ijdel was. Ja hoor.
Denk je dat Oma dat zou willen?
Je oma, Fatma… werd een engel. Ova.
Dat is oma niet meer!
Mijn oma gaf het door aan mijn moeder.
Rex is de wolf en jij bent oma.
Ik doe 't vaak met m'n oma Mimi.
Ook oma Helga was er natuurlijk bij.
Gaat oma dood?
Mijn Oma en Opa zijn neergeschoten.
Als je Oma ons nu kon zien,?
Oma, dat kun je niet doen.