Voorbeelden van het gebruik van Spitz in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
medailles tijdens de Olympische Spelen van Peking; een nieuw record na de zeven keer goud van zwemmer Mark Spitz in 1972 te München.
Brian bij Spitz.
Hierlangs, Senator Spitz.
Heet jij Spitz?
Heet je Spitz?
Leuk geprobeerd, Spitz.
Met wie?- Spitz.
We moeten gaan. Spitz.
Als eerste Mark Spitz.
We moeten gaan. Spitz.
Spitz. We moeten gaan!
Spitz. We moeten gaan.
Spitz moet vandaag zwemmen.
Nee, olympisch zwemmer Mark Spitz.
Ik ga weg, Spitz.
Wie is Mark Spitz?
Nee, gewoon Mark Spitz.
Alleen dat glas, Spitz.
Goed zo, Spitz. Rustig.
Spitz had er genoeg van.