Voorbeelden van het gebruik van Tom in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Tom.- We hebben maffia in Londen.
Wist je zoon Tom het?
Leuk je te ontmoeten, Tom.-Tom Miller.
Leuk je te ontmoeten, Tom.-Tom Miller.
Ik heb mijn vloot verloren, Tom.- Mike.
Ik heb mijn vloot verloren, Tom.-Mike.
Tom is dé klassieker van Marie Jo L'Aventure.
Tom is dé klassieker van Marie Jo L'Aventure.
Tom is dé klassieker van Marie Jo L'Aventure.
Tom is dé klassieker van Marie Jo L'Aventure.
Tom is dé klassieker van Marie Jo L'Aventure.
Tom Gordon!
Tom was mijn zoon.
Tom Cali is een soldaat/ handlanger van Dellamonte.
Ze werkte met Tom aan de astronauten.
Tom de vader van bitten.
Tom, je bent klaar om te gaan.
Mogelijkheid van installatie CD/ Tom Tom.
Help me met de ladder. Tom! Kate!
Kate! Help me met de ladder. Tom!