Voorbeelden van het gebruik van Tom in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Maar net voor Tom de voortstuwing kon activeren… pats.
Fouten; vertaling. tom; vertaling. sander;
Dat jij en Tom het ergens over eens zijn.
Alle FANY's volgen Tom, ga naar Hadrian's Wall.
Tom wil je iets tonen.
Kun je voorkomen dat Hal Tom neerschiet, als het zover komt?
Tom, doe dit niet.
Heeft u Tom Carter recent gezien?
Tom zal niet toegeven.
Tom heeft een halfzus.
Steek Tom aan!
Tom droeg een rooskleurig vlinderdasje met blauwe bloempjes.
Tom werkt te veel.
Tom was al 7 jaar mijn schrijf partner, we vulden elkaar perfect aan.
Tom, jij bent de bevelhebber van die hele shebang?
Tom sprong op zijn scooter.
Tom. Je zuster, Linda… ze is een prachtige vrouw.
Hij heeft Tom dit hele seizoen geboekt.
Tom, zit je daarboven?