Voorbeelden van het gebruik van We hebben gezelschap in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Mickey, doe je ogen open, we hebben gezelschap.
Verman je, kerel, we hebben gezelschap.
Weller, Patterson, we hebben gezelschap.
Dat zeg ik straks wel. We hebben gezelschap.
Wat?- We hebben gezelschap.
maar… Maar we hebben gezelschap.
Zult u? We hebben gezelschap.
Woz. Woz, we hebben gezelschap.
Verman je, kerel, we hebben gezelschap.
Monique?- We hebben gezelschap.
Verdomme, we hebben gezelschap. Rennen.
Shit, we hebben gezelschap. Rennen.
We hebben gezelschap. Eindelijk.
We hebben gezelschap, Mr.
We hebben gezelschap.
En we hebben gezelschap.
Eric, we hebben gezelschap.
We hebben gezelschap, Finch.
Omdraaien, we hebben gezelschap.
We hebben gezelschap.