Voorbeelden van het gebruik van Plagen in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Regelmatig water geven in de zomer. Plagen, ziekten: zeldzaam.
Niet plagen iemand die je niet kent.
De plagen wordt gedaan door collega"s
Dudes plagen met rondborstig buikdanseressen 3:00.
En uiteindelijk, het vuur en de plagen.
Ahryan astyn en haar vriend plagen en neuken.
Verdriet, honger, plagen. Alle kwaad in de doos.
rassen gevoeliger voor plagen.
Een virus van plagen en pest.
Er zijn overal tekens van te zien… ziekten, plagen.
Echter, de andere jongens plagen hem en hem niet te respecteren.
Ze plagen de jonge Willie.
Ze plagen je maar.
Nee. Mensen plagen me vaak.
De controle opgeven en je onderwerpen terwijl ze je plagen.
Als ik snikte vasten, Ze plagen me;
De kinderen plagen hem omdat hij een Romani is.
Het plagen ons allemaal, en er is geen een goed antwoord.
Ziekten, plagen: bladluizen,
Zijn bugs en plagen irritatie u?