Voorbeelden van het gebruik van Staar in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Staar me niet zo aan, jongen.
Staar me niet zo aan.
Staar me niet zo aan met die grote ogen van je.
Waarom staar je zo naar me?
Waarom staar je me aan?
Staar naar deze brunette vreemdeling-wippen.
Staar niet naar de prinses.
Staar me niet zo aan, Mendès, het komt wel weer in orde.
Peter, waarom staar je naar de droger?
Staar me niet zo aan.
Ik staar niet naar je.
Waar staar jij nou naar?
Waarom staar je me zo aan?
Terwijl ik in de leegte staar.
Ik staar niet naar jou.
Waarom staar je zo?
Waarom staar je zo naar me?
Soms staar ik naar m'n gezicht en herinner me niet meer.
Ik staar elke dag naar de zon.
Waarom staar je naar ons?