Voorbeelden van het gebruik van Traint in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Alexis traint in SeaWorld 12 maanden voor z'n dood.
Ze traint met Aleksandr Seleznyov.
Hij lijkt niet iemand die traint, net als Freeza en z'n familie.
Daarom traint hij als een gek in de sportschool
U traint bijna al uw spieren tijdens het trampoline springen.
Miriam woont, traint en werkt in Amsterdam met haar vriend Chris.
Kijk waar hij traint en ontdek onderweg zijn favoriete plekjes.
U traint vanaf het begin van een roeislag zonder dood punt.
Als u met een geringe intensiteit traint, zweet u misschien niet genoeg.
Het zijspanteam traint regelmatig op de crossbanen in de Achterhoek.
Spartacus traint op het plein met de andere mannen.
Maar je traint nog steeds racepaarden.
Wie traint je?
Voor iemand die nooit traint, loop jij altijd in 'n joggingpak!
Hij traint echt heel hard.
San San traint en kon niet komen.
Je traint op Ronald Reagan?
Hij traint.
De politie werkt en traint met u.
Ja, hij traint heel veel.