TRAINIERT - vertaling in Nederlands

• trainen
• training
• getraind
• opgeleid
• geoefend
• gewerkt
• gecoacht
• gesport
• afgericht
• trainden
• traint
• oefent
• trainde
• werkt
• oefenen

Voorbeelden van het gebruik van Trainiert in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

Nein, ich habe ihn trainiert.
Nee, ik heb hem getraind.

Dafür wurden wir trainiert.
Daar zijn we voor opgeleid.

Oh, du hast schon trainiert.
Oh, je hebt al gesport.

Ich habe ihn auf Mushies trainiert.
Ik heb hem afgericht om mushy's op te sporen.

Du hast hart trainiert.
Je hebt hard gewerkt.

Dort wurden regelmäßig trainiert und Wettbewerbe ausgetragen.
Dit brengt een stuk regelmaat en competitie in de training.

Genug trainiert.
Genoeg geoefend.

Hier wurde ich trainiert.
In dit kamp ben ik opgeleid.

Ich habe nicht trainiert.
Ik heb niet getraind.

Ich habe es trainiert.
Ik heb ze gecoacht.

Ich habe heute schon trainiert.
Ik heb al gesport.

Wir haben gemeinsam gearbeitet, gemeinsam trainiert, und andere Sachen gemacht.
We werkten samen, trainden samen en deden andere dingen samen.

Jemand hat dich richtig gut trainiert.
Iemand heeft je goed afgericht.

Wir haben hart trainiert.
We hebben er hard voor gewerkt.

Beispielsweise müssen schnell verfügbare Einsatzkräfte trainiert und mit Werkzeugen ausgestattet werden.
Eerste Hulpverleners moeten bijvoorbeeld training en hulpmiddelen krijgen.

Wir haben noch nicht mal trainiert.
Maar we hebben nog niet eens geoefend.

Inhumans sind kaum trainiert.
Maar de overgebleven Inhumans zijn nauwelijks opgeleid.

Ich habe mit verschiedenen Materialien experimentiert und trainiert.
Ik heb geëxperimenteerd en getraind met verschillende materialen.

Er hat mich trainiert.
Hij heeft me gecoacht.

Wie ich merke, hast du trainiert.
Ik kan merken dat je gesport hebt.