Voorbeelden van het gebruik van Won in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Ik won Olympisch goud.
In april van dat jaar won hij de beloftenversie van de Ronde van Vlaanderen.
Negen gelukkige winnaars won de Britse Lotto jackpot tijdens september 2013.
En toen u de prijs won, kon ik m'n nieuwsgierigheid niet meer bedwingen.
Je won de zaak, Ellen.
Hongarije won hier een zilveren medaille.
Met het nationaal elftal won hij drie keer de Copa América.
Ik won de jackpot.
De bonus en won een mooi blok van verandering.
Je won de zaak door een aanval op Elvatyl's zelfmoord bijwerkingen.
Ik zal je bewijzen dat je won omdat ik was afgeleid.
Hij won de Nobelprijs voor Literatuur in 1923.
Afgelopen jaar, won ik mijn eerste grote PGA toermooi. Belangrijke zaak.
Zeven keer won ze de titel in Turkije.
Het was nipt, maar u won.
Dat zei je al drie keer en dan won je iedere hand.
Moreno Argentin de etappe won.
De film won een Oscar voor de beste muziek.
Ik won de grand prix in mijn thuisland.
Het is voorbij, u won.