WON - vertaling in Duits

gewann
winnen
krijgen
winst
verslaan
aantrekken
Won
siegte
winnen
zegevieren
overwinnen
overwinning
verslaan
zeges
triomferen
errang
behalen
winnen
krijgen
verwerven
veroveren
boeken
gewonnen hat
hebben gewonnen
hebben opgedaan
hebben gekregen
is gewonnen
hebben verkregen
verworven hebben
gewonnen
winnen
krijgen
winst
verslaan
aantrekken
gewinnen
winnen
krijgen
winst
verslaan
aantrekken
gewannen
winnen
krijgen
winst
verslaan
aantrekken
gewonnen habe
hebben gewonnen
hebben opgedaan
hebben gekregen
is gewonnen
hebben verkregen
verworven hebben

Voorbeelden van het gebruik van Won in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Ecclesiastic category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Computer category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Hij won de slamdunk-competitie… en was verdediger van het jaar.
Er gewann den Dunking-Wettbewerb… und war Verteidiger des Jahres.
Hij gaf vijf miljoen won.
Er hat fünf Millionen Won gespendet.
Iedereen weet hoe ze won.
Jeder weiß, wie sie gewonnen hat.
Toen won je 'n grote wedstrijd.
Sie gewannen ein wichtiges Spiel.
Bernadette Lafont won een César voor beste vrouwelijke bijrol.
Auch Bernadette Lafont konnte als Beste Nebendarstellerin einen César gewinnen.
Uiteindelijk won Sjakie Stevens een chocoladefabriek.
Charlie Bucket am Ende eine Schokoladenfabrik gewonnen.
De thuisclub won met 1-0.
Die Heimmannschaft siegte 1:0.
Datzelfde jaar won hij de Europese juniorentitel bij het baanonderdeel achtervolging.
Im Jahr darauf errang er den belgischen Juniorentitel in der Einerverfolgung.
Wie won om 16: 15 in Chepstow?
Wer gewann das 16:15 Uhr, in Chepstow?
Het was duidelijk degene die won.
Das war offensichtlich derjenige, der gewonnen hat.
Hier is je 100. 000 won.
Hier sind Ihre 100 000 Won.
Nederland won voor de achtste keer.
Die Niederlande gewannen zum achten Mal.
Rapid won de uitverkochte wedstrijd met 6-4.
Das ausverkaufte Spiel konnte Rapid mit 6:4 gewinnen.
Of hij nu won, verloor, moe
Ob er gewonnen oder verloren hatte,
De dag dat ik won.
Dem Tag, an dem ich gewonnen habe.
Voorts won ze nog in Ruddervoorde
Sie siegte auch im Reißen
Hij won drie gouden medailles op de Olympische Spelen.
Er errang drei Medaillen bei Olympischen Spielen.
Die won op het filmfestival in Tallahassee in 1983… de Gouden Hengst.
Der gewann 1983 beim Tallahassee-Kunstfilmfestival… den Goldenen Hengst.
Het klonk als een woordenoorlog, die zij won.
Es klang wie ein Wortgefecht… das sie gewonnen hat.
Is dat geen 30 miljoen won waard?
Wäre das nicht 30 Millionen Won wert?
Uitslagen: 8426, Tijd: 0.0556

Top woordenboek queries

Nederlands - Duits