Voorbeelden van het gebruik van Beleed in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Miller beleed in het openbaar zijn geloof in de godsdienst die hij zo had veracht.
Het land met de hoogste positieve score was Portugal, waar 92% een geloof in God beleed.
Ze werd betrapt op zonde, beleed het maar denkt
een man naar Gods hart(1 Samuël 13:14; Handelingen 13:22), beleed zijn zonde aan God- overspel met Bathseba
zamen een besluit gemaakt, zo iemand Hem beleed Christus te zijn, dat die uit de synagoge zou geworpen worden.
hij werd die dag gedoopt en beleed openlijk zijn geloof in het evangelie van het koninkrijk.
en bad, en beleed mijn zonde, en de zonde mijns volks van Israel,
zamen een besluit gemaakt, zo iemand Hem beleed Christus te zijn,
Allah te aanbidden, en hij beleed het geloof.
en bad, en beleed mijn zonde, en de zonde mijns volks van Israel,
raakte aan: de mens, maar beleed zijn geloof in God,
en met zijn mond beleed hij Hem als Heere en Koning.
ze haalde haar echtgenoot, beleed het en ging naar de man en beleed het en maakte het recht.
acht dagen daarna op 8 januari 1891, beleed hij zijn dwaling en besloot in zijn hart om nooit meer haar roeping te betwijfelen.
steeds gelovend, beleed een vreemdeling te zijn,
zamen een besluit gemaakt, zo iemand Hem beleed Christus te zijn,
niet het katholieke geloof beleed(ik verwijs hier naar bepaalde vormen van zogenaamde “intercommunie”),
Hij was de eerste van de apostelen die van ganser harte beleed dat Jezus een menselijke
woordvoerder van de ware God erkende of beleed.
We ontdekken dat hij zijn zonden beleed en zodra hij dat deed, vloog degene die met deze machtige stem gesproken had naar omlaag, pakte met zijn hand de tang,