Voorbeelden van het gebruik van Grimmigheid in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Na deze gebeurtenissen, toen de grimmigheid van koning Ahasveros gestild was,
Na deze geschiedenissen, toen de grimmigheid van den koningkoning Ahasveros gestild was,
Want de grimmigheid des HEEREN is groot,
Jer 6:11 Daarom ben ik vol van des HEEREN grimmigheid, ik ben moe geworden van mij in te houden;
Want de grimmigheid des HEEREN is groot,
Want de grimmigheid desHEEREN is groot, die over ons uitgegoten is,
Want de grimmigheid desHEEREN is groot, die over ons uitgegoten is,
Want de grimmigheid des HEEREN is groot, dewelke tegen ons aangestoken is,
dat doen we nu ook met een waanzin en grimmigheid die, eerlijk gezegd, neigt naar camp.
dan bezorgde hij zich daar ongetwijfeld een kwartier mee van grimmigheid en gruwelijk genot.
uit zijn aschuilplaats tevoorschijn komen en in zijn grimmigheid de natie kwellen;
Als internationaal erkend ontwerper en vlieger van luchtschepen… bereidde hij de meest gevaarlijke van alle luchtexpedities voor… om te vliegen naar de grimmigheid van de Noordpool en daar te landen.
en met een uitgegoten grimmigheid over u zal regeren!
zal worden vergezeld door een aantal van zijn grimmigheid vrienden als ze ontdekken de laatste grens.
en hij liep op hem aan in de grimmigheid zijner kracht.
de groene oasedorpen eindelijk verlichting brengen van de epische grimmigheid.
en hij liep op hem aan in de grimmigheid zijner kracht.
en hij liep op hem aan in de grimmigheid zijner kracht.
Maar hij werd met grimmigheid uitgerukt.
En de grimmigheid des konings werd gestild.