Voorbeelden van het gebruik van Hij traint in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Hij traint hen en rust hen toe in goedertierendheid en vrede.
Hij traint voor de AIDS rit.
En hij traint om de hoek van mijn hotel.
Hij traint die vrouw al.
Hij traint hem voor een gevecht.
Dit is Fundiswa, hij traint hier vandaag bij ons.
Hij traint onder leiding van Troy Hahn.
Rocky draagt ook nooit een T-shirt als hij traint dus trek het maar uit.
Er komt een belangrijk gevecht aan voor Micky en hij traint niet.
Denk je dat hij traint?
Oké, maar hij traint hier.
Hij traint twee keer per dag in de kou. Cryoglobulinemie?
Hij traint vier dagen per week(twee dagen powerliften en twee dagen Olympisch liften)
Hij traint veel, drie uur per dag, maar hij sluit zichzelf niet alleen op in een kamer.
Niet alleen is dit asana toon je lichaam fysiek, maar hij traint ook de geest.
Met andere woorden, hij traint zichzelf misschien niet tot falen wanneer hij ballistische herhalingen uitvoert.