Voorbeelden van het gebruik van Loser in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Ik hoorde je, loser.
Iedereen onthoud, extreme loser marteling.
Beck's" Loser" om de Undies te starten.
Heeft iemand je ooit het gevoel gegeven van een loser?
Best. Blijf maar thuis bij je katten, loser.
De mijne zei: Laat je niet afzeiken door een loser.
Dat is"loser" met een"A".
Nou, jij bent verdomme een loser.
Middelbare leeftijd loser.
Pech is het excuus van de loser.
Marcella Loser, op deze camping in juni 2012.
Ze weet niet dat hij een loser is.
Zeg het nog een keer, loser.
Niemand houdt van een loser.
Loser kan verwijzen naar.
Als je het niet durft, dan ben je een loser.
En die man noemde zijn kind een stomme loser.
Dichtbij Bad Aussee bevindt zich het volgende skigebied Altaussee- Loser.
Iedereen die je een loser noemde, had gelijk!
Wat een loser.