Voorbeelden van het gebruik van Marty in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Ik vertelde Marty, toen hij met Anabel omging… dat zij de ware was.
Tegen wie denk je dat het hebt, baby? Het is Marty.
ik noem het Marty in leven houden.
Ik heb alles aan Marty Brown gegeven.
Maar wat als ik het wel weet, Marty?
Ik heb een geweldige foto gevonden van Marty die een vent arresteert.
U bent niet Marty Sloan!
Ze was echt geinteresseerd in de Marty Golden items.
Ik ben Vicky, Marty z'n vrouw.
Dat is belangrijk, zegt Marty.
Knap om de afspraak veilig te houden, Marty.
Nee, ik keek even of Marty had gebeld.
Ik bezit Marty!
Ik denk dat hij me gedood zou hebben als Marty er niet was geweest.
Er is geen twijfel mogelijk, Marty heeft fouten gemaakt.
Nee, ik zei naast Marty te zitten.
Het slechte nieuws is dat we Marty niet terug kunnen krijgen.
Little Joey, Hugo, Marty en 'n slechte Frank.
Ik kon m'n vriendin Katie en Marty en Todd niks vertellen.
Marty en ik hadden samen patrouille te voet de avond dat Ronald Green vermoord werd.