Voorbeelden van het gebruik van Nicht in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Mijn nicht werk bij een reisbureau.
Maar ik geloofde ook dat m'n neef en nicht zouden opgroeien met een moeder.
Mijn nicht zal geen minuut langer met een Crowder hoeven doorbrengen.
Ik ben homo, maar geen nicht.
Ik denk dat Anderson een nicht is.
Rijden met een nicht.
Ik bid voor je nicht.
Ik haat die stomme nicht.
Is dit een bespreking met Elizabeth, je nicht, mijn vrouw?
Mijn vakbond zegt geen risico te nemen voor 'n besmettelijke nicht.
Als hij hier is met die nicht, dan vermoord ik hem.
Deuren dicht, ik ben geen nicht.
Hij vluchtte vervolgens met zijn neef en nicht.
Was dat niet met Tito Flores' nicht?
Misschien kun je nu zeggen waarom die nicht me moest oppikken.
Wacht tot die dikke nicht weg is.
Ik ben geen nicht.
Mevr Stanley's nicht.
Hé, ik ben geen nicht.
De competitie voorzitter is een echte nicht.