Voorbeelden van het gebruik van Schoolfeest in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Het schoolfeest is vanavond.
Bij 't schoolfeest van Teds broer liep iedereen weg.
Het schoolfeest van Jayce.
Mijn schoolfeest blijkt een G-rated ervaring te worden.
Ik bedoel het schoolfeest. Sorry, dat ik niet kwam opdagen. Dat had je niet verdiend.
Het schoolfeest is niet dom!
Je gaat naar een schoolfeest vanavond?
Het zou zonde zijn als jij jouw schoolfeest zou missen.
Sorry, ik moet punch uitdelen op het schoolfeest.
Reinig het schoolfeest.
Heb je geen schoolfeest vandaag?
Dit is een bedrijf, geen schoolfeest.
Vertel eens wat over het schoolfeest op Chilton.
Ik denk dat het zich afspeeld op een schoolfeest, een Amerikaanse middelbare school.
Ik moet me schminken voor een schoolfeest.
Het is een schoolfeest.
Over het schoolfeest.
Dus ga je naar het schoolfeest morgen?
Ik wil 'n schoolfeest.
'n jurk lijk je net dat meisje van m'n schoolfeest.