Voorbeelden van het gebruik van Envejecer in het Spaans en hun vertalingen in het Nederlands
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
No puedes envejecer vinos sellados con un cierre distinto.
Puedes envejecer, y ella puede permanecer de la misma edad en la foto.
Jij kunt ouder worden, zij kan dezelfde leeftijd blijven. Op een foto.Envejecer es un proceso lento del que se aprende muchísimo.
Ouder worden is een langzaam proces waar je veel van kunt leren.Al envejecer, tratas de averiguar cuáles son cuáles.
Als je ouder wordt, probeer je uit te vinden wat wat is.Envejecer saludablemente es una decisión personal.
Gezond ouder worden is een persoonlijke beslissing.Es hora de envejecer.
Het is tijd om oud te worden.Es extraño envejecer.
Ouder worden is vreemd.¿Cuándo empezamos a envejecer?
Beber bien es envejecer bien.
Goed ouder worden is goed drinken.Envejecer la prostatectomía radical no es atribuir.
Het verouderen van de radicale prostatectomie kan niet worden toegeschreven.Envejecer es un proceso de crecimiento,
Ouder worden is een proces van groeien,Envejecer es más que una etapa vital….
Envejecer es como caminar por un hielo cada vez más fino.
Ouder worden is als lopen op steeds dunner ijs.Pero al envejecer, no puedes irte tanto de fiesta.
Als je ouder wordt, kun je minder feesten.Envejecer no es lo que solía ser.
Ouder worden is anders dan vroeger.Pero el miedo a envejecer ya ha dejado pequeñas arrugas en su rostro.
Maar de angst ouder te worden laat al kleine rimpeltjes achter.Envejecer es el único modo de tener una vida larga.
Ouder worden is de enige manier om een lang leven te leiden.Intente envejecer sus flores en agua o conservante(opcional).
Envejecer no es para los cobardes" es lo que Bette Davis decía.
De ouderdom is niet voor mietjes, zei Bette Davis altijd.Al envejecer, también cambian las necesidades dietéticas.
Naarmate je ouder wordt, zullen je voedingsbehoeften ook veranderen.
