ESCORIA - vertaling in Nederlands

uitschot
escoria
basura
gentuza
de mierda
chusma
trogs
tuig
plataforma
escoria
basura
equipo
aparejo
arnés
gentuza
matones
canallas
delincuentes
schuim
espuma
escoria
foam
smeerlap
bastardo
hijo de puta
cabrón
basura
idiota
maldito
escoria
cerdo
imbécil
canalla
schorem
basura
escoria
matones
chusma
gentuza
canallas
gespuis
chusma
escoria
basura
gentuza
canalla
gente
afval
basura
desperdicio
residuo
perder
desecho
apostasía
chatarra
escombros
slakken
caracol
escoria
snail
babosa
slug
una babosa
droesem
escoria
lías
heces
posos
sedimento
schooier
vagabundo
vago
escoria
mierda
matón
basura
slakvorming
uitvaagsel
scum
metaalslakken

Voorbeelden van het gebruik van Escoria in het Spaans en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Computer category close
  • Programming category close
Colesterol elevado, escoria del cuerpo;
Verhoogd cholesterolgehalte, slakvorming van het lichaam;
Escoria, pagarán por su insolencia.
Smeerlap! Je zult boeten voor je brutaliteit.
Tú no eres escoria.
Maar jij bent geen schorem.
Puedes terminar ese trabajo purgando la Iglesia de Inglaterra de la escoria.
U kunt dat werk afsluiten om de kerk van Engeland te zuiveren van dit gespuis.
No tengo tiempo para explicarme ante una humana… y una escoria.
Ik heb geen tijd om mezelf te verantwoorden aan een mens en een schooier.
¡Escoria italiana!
Italiaans uitvaagsel!
El hecho es que cuando un organismo grande escoria interrumpido sus sistemas y órganos.
Immers, wanneer een grote slakvorming organisme verstoord zijn systemen en organen.
Atraéis a la escoria como Leonard Franklin.
Je bent aas voor een smeerlap zoals Leonard Franklin.
Mi familia viene de una larga línea de escoria.
Ik kom uit een groot geslacht van schorem.
Mejor que nosotros, escoria convicta.
Beter dan wij, veroordeeld gespuis.
Quiero saber quien ayudó a esa escoria.
Ik wil weten wie die schooier geholpen heeft.
Y toda mi vida he estado esperando por este momento, escoria.
En ik kijk al m'n hele leven uit naar deze dag, smeerlap.
Es escoria.
Hij is uitvaagsel.
Quiero saber por qué cabalgaba con esa escoria apache.
Ik wil weten waarom je reed met dat Apache schorem.
Reducimos la Tierra a escoria fundida y la vendemos.
We smelten de aarde tot sintels en verkopen ze.
Cora me tuvo primero, antes de mezclarse con la escoria de la realeza.
Cora kreeg mij voor ze zich inlikte bij dat adellijk gespuis.
Casi tan divertido como quedarse esperando a esa escoria.
Ongeveer net zo leuk als wachten op deze schooier.
Le llamaremos escoria.
Noem hem Scum.
Creo que no hay bondad en la escoria que aniquilo.
Er zit niks goeds in het schorem dat ik afmaak.
Y después, empezó a contarme sobre la escoria de su esposo.
En toen… begon ze te vertellen over haar smeerlap van een man.
Uitslagen: 676, Tijd: 0.1158

Top woordenboek queries

Spaans - Nederlands