PREDICADORA - vertaling in Nederlands

• een prediker
• predikant
• predikante

Voorbeelden van het gebruik van Predicadora in het Spaans en hun vertalingen in het Nederlands

Mi padre era predicador y eso no está bien.
Mijn vader was predikant en dat klopt gewoon niet.

Ahora, no todos pueden ser predicadores, pero Ud. tiene una voz.
Nu, niet iedereen kan een prediker zijn, maar u hebt een stem gekregen.

Era uno de esos predicadores ambulantes.
Hij was een rondtrekkende prediker.

¿Eres predicador?
Ben jij predikant?

El dijo:“¡Tú no eres ese predicador!”.
Hij zei:"U bent die prediker niet!".

Reverendo Falwell Ud. es un predicador,¿no?
Eerwaarde, u bent predikant?

Pueden ser los oradores más persuasivos y sentirse realizados como diplomáticos o predicadores.
Als overtuigende sprekers kunnen ze voldoening vinden als diplomaat of prediker.

¿Qué vas a hacer, predicador?
Wat ga je nu doen, prediker?

Me dijo:"¡Tú no eres ese predicador!".
Hij zei:"U bent die prediker niet!".

Quién es vuestro predicador?
Wie is jullie prediker?

Ud. dice:"Pero mi hijo es predicador.".
U zegt:"Mijn zoon is prediker.".

Predicador, asegúrese bien… de que Greta esté en tierra consagrada.
Priester, zie dat Greta in gewijde grond wordt begraven.

Un predicador que maneja un automóvil caro es un ladrón.
Een preker die een dure auto rijdt, is een dief.

Predicador: Edwin Cross.
Spreker: Edwin Cross.

Tu padre es predicador,¿no?
Je vader was een dominee, toch?

El predicador que la escribió sonaba
Die preker die het geschreven heeft klinkt

El ultimo lugar donde fue visto el predicador estaba cerca de LUX.
De laatste plek waar de priester gezien is was hier bij LUX.

Predicador: Alan Smart.
Spreker: Alan Smart.

Nosotros podemos detectar a un predicador hereje sólo por mirar sus hechos.
We kunnen een ketterse preker onderscheiden door naar zijn daden te kijken.

Espera,¿el predicador te puso un arma en la boca?
Wacht even. Preacher stak een revolver in je mond?