VICIOS - vertaling in Nederlands

• ondeugden
• gebreken
• diensten
• zonden
• zeden
• vice
• slechte gewoonten
• zedenpolitie
• verdorvenheid
• gewoonten
• zedendelicten

Voorbeelden van het gebruik van Vicios in het Spaans en hun vertalingen in het Nederlands

pero agarré Vicios.
maar ik kreeg Zedendelicten.

Ustedes son los detectives de Vicios.
Jullie zijn van de Zedenpolitie.

Trabajó en todo desde vicios a narcóticos.
Hij heeft overal gewerkt van vice tot narcotica.

Falsificación, perjurio, vicios, ésos son sus delitos.
Vervalsing, meineed, zedendelicten.

Conozco a alguien en Vicios.
Ik ken iemand bij Zeden.

¿Dónde está"Vicios"?
Waar is Vice?

Era compañero mío. Pasó a Vicios.
M'n ex-partner, maar hij is overgestapt naar de zedenpolitie.

Nuevo en Vicios.
Een nieuweling bij Zeden.

La última víctima que hubo en Vicios fue un suicidio.
Het laatste slachtoffer dat ze hadden in Vice was een zelfmoord.

Excepto ese año que trabajé en vicios.
Behalve toen ik bij Zeden werkte.

Nadie le hace favores a Vicios.
Niemand doet diensten voor Vice.

Tú rompes con tus viejos vicios, como la irritación, la impaciencia y la impureza.
Je breekt met oude slechte gewoontes zoals irritatie, ongeduld en onreinheid.

Es uno de sus pocos vicios.
Het is een van zijn slechte gewoontes.

Solo tengo dos vicios.
Ik heb slechts twee zondes.

Los vicios de paz son vicios de viejos. Desconfianza y cautela.
De zonde van vrede is de zonde van oude mannen: wantrouwen.

Bueno, 2 vicios.
Goed dan, 2 zondes.

La Iglesia y el Estado han sido en todos los tiempos grandes escuelas de vicios.
Kerk en staat waren te allen tijde grote scholen van zonde.

Saben, ustedes tienen esos vicios.
Je hebt al die ondeugden.

Pasó siete años en NOPD Vicios.
Zeven jaar Zeden bij de politie van New Orleans.

Ahora, tengo muchos vicios.
Ik heb veel ondeugden.