Exemples d'utilisation de Juist en Néerlandais et leurs traductions en Français
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Juist, Reggie, gooi hem in de lucht!
Zou dat juist zijn, als ze zouden trouwen
Juist, om dat mirakel te vieren!
Juist, je bent eigenwijs
Juist, wat dat liep goed af voor Nomar, toch?
Juist voor die andere en hij wil eruit!
Doen wat juist was in die situatie?
Wat juist is.
Juist. Ze is Waterman
Juist. Weet je wie de koerier is?
Ik zag juist mijn vriendin Beth Ann.
Dat is juist, Hector.
Evie, Ik kreeg juist een raar tekstje van Mandy.
Luister, ik ontving juist een 53-bravo tekst van agente Walker.
Juist, dus door één stoot van deze doohickey zal mijn hart stoppen?
Je doet wat juist is, dat weet je.
Het is niet juist, niet terwijl we zeiden dat we het zouden proberen.
Juist, en ik weet zeker dat ze iets wil met een vis.
Juist. Natuurlijk degenen in de bijstand.
Juist, alcohol is vergif.