Examples of using Dader in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Oké, dus… De dader valt Atwater hier binnen aan.
De dader wil dat het live is.
Ze hebben de dader in hechtenis. Rechercheurs.
De dader had hun gezicht eraf gesneden. Waarom?
De dader werd niet gevonden.
Voor de dader is herdenken niet genoeg.
De dader was naar iets op zoek.
Dader voor het laatst gezien in de buurt van die 10-1.
Hyeon Woo en de dader zijn misschien in de buurt.
Ze hebben de dader in hechtenis. Rechercheurs.
De dader is bewusteloos.
De dader worstelt ook met pijn.
De dader heeft misschien Neptunus' drietand gepikt.
Jij was de dader en Gi het slachtoffer.
Van dader naar slachtoffer.
En de dader nam 't van hem af.
De dader begint misschien te tellen.
Wat voor dader is dat?
Karr zegt de dader niet te kennen.
Onze dader heeft een hersentumor.