Examples of using Dat onthouden in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Je moet dat onthouden.
En vanaf nu zal ik dat onthouden.
Een kind van zes kan dat onthouden.
Wie kan dat onthouden?
Heb je dat onthouden?
Heb je dat onthouden?
Heb je dat onthouden?
Waarom heb je dat onthouden?
Niets, dat onthouden wij en jullie hopelijk ook.
Kun je dat onthouden?
Kun je dat onthouden?
Kun je dat onthouden?
We gaan dat onthouden!
Moet ik dat onthouden in het midden van een gevecht?
Kan je dat onthouden?
Dat onthouden we.
En dat onthouden mensen, een lichaam verplaatsen dat stijf is.
Kan je dat onthouden?
Heb je dat onthouden?
Ik moet dat onthouden voor mijn vrouw.