Examples of using De herders in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Wij zijn Levieten, de herders van lsraël.
er iets misgaat met de duitse herders.
Er lopen vijf mannen achter de herders.
keurde de Tervuerense Herders.
Aldus de herders die op hun schapen letten.
Wee de herders van Israël, die zichzelf weiden!
De herders onderzocht wat de jaks hadden gegeten
De herders verlieten 's nachts hun kudden.
God beval EzechiŽl om tegen de herders van IsraŽl te profeteren.
De herders onderzochten wat de jaks aten
God beval Ezechiël om tegen de herders van Israël te profeteren.
De herders waren de eerste kapitalisten;
Zij zijn de herders, wij de schapen.
Zij zonderde zich af van de herders terwijl ze mij opvoedde.
De herders zelf weet niet begrijpen.
De herders en schapen zijn volledig verblind!
Want de herders zijn onvernuftig geworden,
En hij zei tegen de herders en hun metgezellen.
Waarom leiden de herders de schapen op een dwaalspoor?
Want de herders zijn onvernuftig geworden,